Gunster, Berthold (2005/2009), "Ja-maar wat als alles lukt? De tien regels voor een ja-maar-vrij-leven." Utrecht, A.W. Bruna Uitgevers B.V.
nieuw op de stapel, en meteen uitgelezen
Posts tonen met het label emoties. Alle posts tonen
Posts tonen met het label emoties. Alle posts tonen
dinsdag 19 januari 2010
zondag 27 december 2009
Logica van het gevoel
Cornelis, Arnold (2000, 9de druk), Logica van het gevoel: Filosofie van de Stabiliteitslagen in de Cultuur als Nesteling der Emoties. Amsterdam/Brussel/Middelburg: Uitgave stichting Essence.
Nieuw op de stapel
Zomaar op basis van een ingeving, vanwege een boektitel (de korte versie dan, ik heb de ondertitel maar even genegeerd bij het beslissen of ik dit moet kopen) in een profiel op een datingsite, besloot ik dat ik dit boek moest lezen. Zomaar? Nee toch niet, want na een tiental pagina's en inmiddels vergevorderd te zijn in "Ja maar... huh?!", en daarbij niet te vergeten het onbewust lezen van de quote van Pascal (die van de druk ja) op het schutblad: "Le coeur a ses raisons que la raison ne connaît pas" ('Ons gevoel heeft beweegredenen die ons verstand niet kent'), en mijn worsteling met de 800 pagina's en de zwaar klinkende ondertitel - dit is stevige wetenschappelijke kost, voor met mes, vork en waarschijnlijk ook nog een hakbijl - één punt drie kilogram leesvoer! Gelukkig wel met grote letters zodat ik als veertiger gerust in het donker en zonder bril dit tot mij kan nemen.
Mijn keuze voor dit boek en de manier waarop die totstand kwam is meteen in essentie dat waar dit boek over gaat. Dat we nog niet veel weten van ons gevoel, maar dat het een enorme invloed heeft op wie we zijn en hoe we ons gedragen. En dan ga ik nu rustig verder lezen!
Nieuw op de stapel
Zomaar op basis van een ingeving, vanwege een boektitel (de korte versie dan, ik heb de ondertitel maar even genegeerd bij het beslissen of ik dit moet kopen) in een profiel op een datingsite, besloot ik dat ik dit boek moest lezen. Zomaar? Nee toch niet, want na een tiental pagina's en inmiddels vergevorderd te zijn in "Ja maar... huh?!", en daarbij niet te vergeten het onbewust lezen van de quote van Pascal (die van de druk ja) op het schutblad: "Le coeur a ses raisons que la raison ne connaît pas" ('Ons gevoel heeft beweegredenen die ons verstand niet kent'), en mijn worsteling met de 800 pagina's en de zwaar klinkende ondertitel - dit is stevige wetenschappelijke kost, voor met mes, vork en waarschijnlijk ook nog een hakbijl - één punt drie kilogram leesvoer! Gelukkig wel met grote letters zodat ik als veertiger gerust in het donker en zonder bril dit tot mij kan nemen.
Mijn keuze voor dit boek en de manier waarop die totstand kwam is meteen in essentie dat waar dit boek over gaat. Dat we nog niet veel weten van ons gevoel, maar dat het een enorme invloed heeft op wie we zijn en hoe we ons gedragen. En dan ga ik nu rustig verder lezen!
Labels:
code-x,
emoties,
filosofie,
mens,
onbewuste,
onderzoek,
ontwikkeling,
psychologie
vrijdag 29 mei 2009
Illusies
Bosch, Ingeborg (2007, 8ste druk), Illusies: Over bevrijding uit de doolhof van destructieve emoties. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij L.J. Veen.
Uit de bieb op de stapel
Hoe meer boeken, hoe meer goede boeken. Dit is er weer zo een. Het lijkt er wel op dat ik steeds meer goede boeken in handen krijg.
In een zeer helder verhaal weet Ingeborg Bosch het effect van opvoeding op de ontwikkeling tot volwassene te beschrijven. Haar analyse is scherp en helder. De hypothese die haar theorie over het ontstaan van psychische klachten steunt, is zeer aannemelijk. Door eenvoud schittert deze van schoonheid. Als je het leest komt er een welhaast intuïtief weten bij je op: dit klopt.
Haar theorie is gebaseerd op het ontwikkelen van afweermechanismen tijdens het opgroeien van het kind. Al zeer vroeg ontstaan deze ter voorkoming van het moeten ervaren van zeer heftige emoties ten gevolge van (levens)bedreigende, angstige situaties. In de loop van de ontwikkeling van het kind ontstaat er zo - volgens haar theorie - een 'stabiel' huis van drie lagen van afweer. Elke hogere afweer is erop gericht de onderliggende 'pijn' niet te hoeven ervaren. Naast het mentale aspect verklaart Bosch ook voor elke laag een lichamelijke pendant en geeft ze een duidelijke beschrijving van het bijbehorende gedragspatroon.
Het ontstaan van psychische klachten verklaart Bosch uit het feit dat de afweer een barrière vormt tussen het kindbewustzijn en het volwassenebewustzijn. De vroegere trauma's blijven onbewust in het kindbewustzijn dankzij de muur van afweer waarbij angst als basisemotie het dichtst ligt bij het kindbewustzijn. Alle afweer is er uiteindelijk op gericht de angst te onderdrukken en niet te hoeven voelen. Wanneer we in onze volwassenheid geconfronteerd worden met een symbool voor die angst treedt ons afweermechanisme automatisch in werking. Alsof er op een knop wordt gedrukt en we vanuit onze afweer reageren, zoals we deden toen we kind waren. Destijds was het effectief om de ondraaglijke pijn van de angst te lijf te kunnen. Maar nu we volwassen zijn kan dit gedrag ons danig in de weg zitten. Alsof we door een insect gebeten bijvoorbeeld overdreven reageren op kritiek. Wat een symbool kan zijn voor de boze moeder die je steeds maar bestrafte voor alles wat je niet goed deed.
Op de laag van angst ligt als eerste de primaire afweer, waarin we ons zelf de schuld geven: "ik kan het niet", "ik deug niet", "ik doe er niet toe", "en het is allemaal mijn schuld". Het gevoel van angst wordt gementaliseerd om het overweldigende ervan in toom te houden. We ontwikkelen hiermee een negatief zelfbeeld, raken passief - we kunnen er toch niets aan veranderen - en verstarren zo. Depressie ligt hierbij op de loer, het lichamelijke effect is uiteindelijk een verstoring van het hormoonsysteem waarbij er overmatig cortisol wordt aangemaakt wat uiteindelijk tot uitputting kan leiden.
Als afweer tegen de primaire afweer ontwikkelen we - de tweede laag - 'valse hoop' en/of ' valse macht'. Bij valse hoop gaan we hard werken om te laten zien dat we wel deugen, dat het onze schuld niet is, dat we er wel toe doen: "als ik heel lief ben dan vind mama me wel aardig", en om te laten zien dat we het wel kunnen. Deze afweer uit zich in perfectionisme, de wil om te excelleren, en het niet op willen geven. De energie is naar binnen gericht, je wilt er zelf iets aan doen. Bij valse macht is dit omgekeerd. De buitenwereld wordt verweten dat die schuldig is, "het ligt aan de anderen", verwijten, oordelen en agressie zijn hierbij de kenmerken. Bij deze afweer stellen we ons boven de ander en gebruiken we onze 'macht' om af te dwingen dat we er mogen zijn. Op de tweede laag vinden we lichamelijk duidelijk een actie gerichte houding. Vecht/vlucht gedrag met als hormonale pendant adrenaline. Vaak zijn het perioden waarin deze afweer 'opbloeit' en deze het hormoonsysteem uitput. Het lijkt een tijd goed te gaan totdat men uitgeput raakt en het allemaal niet meer lukt. Verval naar de primaire afweer ligt dan op de loer, met totale passiviteit (uitputting) als gevolg.
De buitenste laag van afweer - derde niveau - is de ontkenning van behoeften. Dat uit zich in uitstellen, vermijden en onverschilligheid. Het er niet toe doen, heeft zich vertaald naar: "ik heb niets nodig", "ik kan wel zonder", "ik weet niet wat ik wil", "het is wel goed hoor" etc. Men neemt genoegen met niets en gaat mee in alles wat er is en komt. De drang tot vermijding krijgt mogelijk ook uiting in het gebruik van drugs, alcohol of andere verslavingen en eventueel fobieën - Bosch is hier nog niet expliciet over, ook omdat onderzoek op dit gebied nog mager is. Ze roert wel even 'endorfinen' aan als mogelijke lichamelijke uiting van de Ontkenning van Behoeften. Daarmee zou volgens mij sporten ook een afweermechanisme kunnen zijn dat insteekt op dit niveau. En dat zou betekenen dat sporten de muur van afweer in stand houdt.
Voor elk van de vier genoemde afweermechanisme biedt Bosch een uitgebreide handleiding ter opheffing van de afweer aan. Het is geen eenvoudig traject. En al lijkt dit een zelfhulpboek, de geboden therapie - PRI: Past Reality Integration - zal mogelijk slechts door een enkeling helemaal zelfstandig kunnen worden toegepast. Het vervallen in een andere afweer dan die waar je aan werkt ligt voortdurend op de loer. Het systeem is complex - en daarom ook zo effectief - en om zelf voortdurend zicht te houden op je gedrag terwijl je daaraan sleutelt, is geen licht opgave.
Onderweg stipt Bosch zo nog even wat andere therapieën aan om duidelijk te maken waar PRI ongeveer staat. Het moge duidelijk zijn dat er veel raakvlakken zijn, bijvoorbeeld met RET, psychoanalyse, maar ook lichaamsgerichte therapieën. Voor mij is de schoonheid van PRI echter dat het zo evident herkenbaar is wanneer je een eerste keer je eigen afweer aan de gang hebt gezien. Over de werkbaarheid van haar aanpak kan ik nog niet veel zeggen, behalve dat ik daar veel geloof in heb. En dat is denk ik een goed uitgangspunt. Om met Cruijff te spreken: "Je gaat het pas zien als je erin gelooft."
Een absolute aanrader dit boek! Voor iedereen die af en toe moe wordt van zichzelf, of die dat vaak vanuit zijn omgeving te horen krijgt.
Uit de bieb op de stapel
Hoe meer boeken, hoe meer goede boeken. Dit is er weer zo een. Het lijkt er wel op dat ik steeds meer goede boeken in handen krijg.
In een zeer helder verhaal weet Ingeborg Bosch het effect van opvoeding op de ontwikkeling tot volwassene te beschrijven. Haar analyse is scherp en helder. De hypothese die haar theorie over het ontstaan van psychische klachten steunt, is zeer aannemelijk. Door eenvoud schittert deze van schoonheid. Als je het leest komt er een welhaast intuïtief weten bij je op: dit klopt.
Haar theorie is gebaseerd op het ontwikkelen van afweermechanismen tijdens het opgroeien van het kind. Al zeer vroeg ontstaan deze ter voorkoming van het moeten ervaren van zeer heftige emoties ten gevolge van (levens)bedreigende, angstige situaties. In de loop van de ontwikkeling van het kind ontstaat er zo - volgens haar theorie - een 'stabiel' huis van drie lagen van afweer. Elke hogere afweer is erop gericht de onderliggende 'pijn' niet te hoeven ervaren. Naast het mentale aspect verklaart Bosch ook voor elke laag een lichamelijke pendant en geeft ze een duidelijke beschrijving van het bijbehorende gedragspatroon.
Het ontstaan van psychische klachten verklaart Bosch uit het feit dat de afweer een barrière vormt tussen het kindbewustzijn en het volwassenebewustzijn. De vroegere trauma's blijven onbewust in het kindbewustzijn dankzij de muur van afweer waarbij angst als basisemotie het dichtst ligt bij het kindbewustzijn. Alle afweer is er uiteindelijk op gericht de angst te onderdrukken en niet te hoeven voelen. Wanneer we in onze volwassenheid geconfronteerd worden met een symbool voor die angst treedt ons afweermechanisme automatisch in werking. Alsof er op een knop wordt gedrukt en we vanuit onze afweer reageren, zoals we deden toen we kind waren. Destijds was het effectief om de ondraaglijke pijn van de angst te lijf te kunnen. Maar nu we volwassen zijn kan dit gedrag ons danig in de weg zitten. Alsof we door een insect gebeten bijvoorbeeld overdreven reageren op kritiek. Wat een symbool kan zijn voor de boze moeder die je steeds maar bestrafte voor alles wat je niet goed deed.
Op de laag van angst ligt als eerste de primaire afweer, waarin we ons zelf de schuld geven: "ik kan het niet", "ik deug niet", "ik doe er niet toe", "en het is allemaal mijn schuld". Het gevoel van angst wordt gementaliseerd om het overweldigende ervan in toom te houden. We ontwikkelen hiermee een negatief zelfbeeld, raken passief - we kunnen er toch niets aan veranderen - en verstarren zo. Depressie ligt hierbij op de loer, het lichamelijke effect is uiteindelijk een verstoring van het hormoonsysteem waarbij er overmatig cortisol wordt aangemaakt wat uiteindelijk tot uitputting kan leiden.
Als afweer tegen de primaire afweer ontwikkelen we - de tweede laag - 'valse hoop' en/of ' valse macht'. Bij valse hoop gaan we hard werken om te laten zien dat we wel deugen, dat het onze schuld niet is, dat we er wel toe doen: "als ik heel lief ben dan vind mama me wel aardig", en om te laten zien dat we het wel kunnen. Deze afweer uit zich in perfectionisme, de wil om te excelleren, en het niet op willen geven. De energie is naar binnen gericht, je wilt er zelf iets aan doen. Bij valse macht is dit omgekeerd. De buitenwereld wordt verweten dat die schuldig is, "het ligt aan de anderen", verwijten, oordelen en agressie zijn hierbij de kenmerken. Bij deze afweer stellen we ons boven de ander en gebruiken we onze 'macht' om af te dwingen dat we er mogen zijn. Op de tweede laag vinden we lichamelijk duidelijk een actie gerichte houding. Vecht/vlucht gedrag met als hormonale pendant adrenaline. Vaak zijn het perioden waarin deze afweer 'opbloeit' en deze het hormoonsysteem uitput. Het lijkt een tijd goed te gaan totdat men uitgeput raakt en het allemaal niet meer lukt. Verval naar de primaire afweer ligt dan op de loer, met totale passiviteit (uitputting) als gevolg.
De buitenste laag van afweer - derde niveau - is de ontkenning van behoeften. Dat uit zich in uitstellen, vermijden en onverschilligheid. Het er niet toe doen, heeft zich vertaald naar: "ik heb niets nodig", "ik kan wel zonder", "ik weet niet wat ik wil", "het is wel goed hoor" etc. Men neemt genoegen met niets en gaat mee in alles wat er is en komt. De drang tot vermijding krijgt mogelijk ook uiting in het gebruik van drugs, alcohol of andere verslavingen en eventueel fobieën - Bosch is hier nog niet expliciet over, ook omdat onderzoek op dit gebied nog mager is. Ze roert wel even 'endorfinen' aan als mogelijke lichamelijke uiting van de Ontkenning van Behoeften. Daarmee zou volgens mij sporten ook een afweermechanisme kunnen zijn dat insteekt op dit niveau. En dat zou betekenen dat sporten de muur van afweer in stand houdt.
Voor elk van de vier genoemde afweermechanisme biedt Bosch een uitgebreide handleiding ter opheffing van de afweer aan. Het is geen eenvoudig traject. En al lijkt dit een zelfhulpboek, de geboden therapie - PRI: Past Reality Integration - zal mogelijk slechts door een enkeling helemaal zelfstandig kunnen worden toegepast. Het vervallen in een andere afweer dan die waar je aan werkt ligt voortdurend op de loer. Het systeem is complex - en daarom ook zo effectief - en om zelf voortdurend zicht te houden op je gedrag terwijl je daaraan sleutelt, is geen licht opgave.
Onderweg stipt Bosch zo nog even wat andere therapieën aan om duidelijk te maken waar PRI ongeveer staat. Het moge duidelijk zijn dat er veel raakvlakken zijn, bijvoorbeeld met RET, psychoanalyse, maar ook lichaamsgerichte therapieën. Voor mij is de schoonheid van PRI echter dat het zo evident herkenbaar is wanneer je een eerste keer je eigen afweer aan de gang hebt gezien. Over de werkbaarheid van haar aanpak kan ik nog niet veel zeggen, behalve dat ik daar veel geloof in heb. En dat is denk ik een goed uitgangspunt. Om met Cruijff te spreken: "Je gaat het pas zien als je erin gelooft."
Een absolute aanrader dit boek! Voor iedereen die af en toe moe wordt van zichzelf, of die dat vaak vanuit zijn omgeving te horen krijgt.
Labels:
code-x,
depressie,
emoties,
ontwikkeling,
opvoeding,
PRI,
psychoanalyse,
psychologie,
therapie
Abonneren op:
Posts (Atom)